4 voorwaarden voor circulair bouwen

Circulair bouwen lijkt een onomkeerbare trend. De vraag is alleen hoe hard die trend doorzet en wat daarvoor moet gebeuren? Tijdens het door circa 180 architecten, projectontwikkelaars en investeerders bezochte event Circulair Bouwen, hoe dan? op 6 maart in BlueCity Rotterdam, bleek dat de belangstelling voor dit thema zeer groot is en dat de intentie volop aanwezig is. Aan ambitie dus geen gebrek, maar een goede intentie is nog geen daad bij het woord. Anders gezegd: de bereidheid om te investeren ontbreekt nogal eens. Want circulair bouwen is veelal een duurdere oplossing op de korte termijn, toch?

1. Nieuwe verdienmodellen
Dat hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt en vooral hoe je het berekent. Geef ons nu je angst; we geven er een businessmodel voor terug! Dus beginnen we met de vraag wat mag circulair bouwen kosten en wat moet het opleveren? De bouwketen kent tenslotte maar weinig filantropische instellingen. Bovendien is er nog veel onzekerheid bij beleggers en investeerders, hoewel zij wel vaak de partijen zijn die al een stapje extra durven te zetten. Zij realiseren zich dat vanuit het principe Total Cost of Ownership je juist ook op de langere termijn gebouwen op waarde moet schatten. De gepresenteerde en bekende case tijdens het event, de realisatie van het stadkantoor Venlo, toont aan dat je wel degelijk circulair winstgevend kunt bouwen. Althans, als er een lange termijnvisie is en de bereidheid om winstgevendheid breed te interpreteren. Zoals een lager ziekteverzuim door een gezonder gebouw waarin mensen zich beter voelen dan in een traditioneel gebouw.

2. Andere kijk op ontwerpen
Of zoals iemand zei tijdens een van de parallelsessies: een circulair gebouw is een duurzaam en gezond gebouw dat goed is voor het welbevinden van de gebruikers. Een mooie omschrijving die ook een schijnbare tegenstelling in zich huist. Het is de spagaat van circulariteit. Een gebouw vol met hergebruikte materialen realiseren binnen de eisen van het bouwbesluit is bepaald geen sinecure. En wat te denken van heersende trends en persoonlijke smaak? Niet elke opdrachtgever zit op zichtbaar gebruikt materiaal te wachten in zijn of haar nieuw opgeleverde pand. Zie hier de grote uitdagingen waar ontwerpers voor staan. Het vereist van zowel investeerders en andere opdrachtgevers, als van de ontwerpers zelf, een ingrijpend andere kijk op het ontwerpproces.

3. Intensieve samenwerking in de keten
Circulair bouwen is dus niet het speeltje van de architect, maar ook niet van de opdrachtgever of gebruiker. De een heeft een lange termijnvisie nodig, de ander een brede kijk op ontwerpen en de volgende een ruimere blik op mooi of lelijk. Tel daar producenten bij op die hun steentje moeten bijdragen en natuurlijk de partijen die in staat zijn om de grote gebruikte materialenvoorraad voor hergebruik beschikbaar te stellen. Er is kortom, een dringende behoefte aan een integrale ketensamenwerking waar het liefst de overheid nog een duit bij in het zakje doet in de vorm van ‘sturende’ wet- en regelgeving. Tijdens de bijeenkomst werd ook duidelijk dat er veel behoefte is aan kennisdeling van praktijkvoorbeelden en businesscases.

4. Niet in cirkeltjes blijven draaien, maar doen!
Tot slot was de conclusie: voor een betere wereld begin bij jezelf! Een cliché, maar wel een gegeven. Circulair bouwen is typisch een ontwikkeling die begint met kleine stapjes, eerste succesjes en relevante praktijkvoorbeelden. Het vraagt om anders en creatief denken. Om lef en om visie, maar de eerste voorbeelden van geslaagde projecten dienen zich aan. Het alternatief is, zoals iemand zei, gebouwen neerzetten met een levensduur van 1.000 jaar, dan weet je zeker dat het duurzaam is. Zeker, maar ook hier werpt de vraag zich op: wie gaat dat betalen? Het is wél een mooi voorbeeld van levensduur-denken in plaats van ‘slechts’ investeringsdenken. Dat wel :-).