Door: Peter de Winter

Architect Elisabeth Boersma transformeerde samen met Marc van Asseldonk en Auguste van Oppen de voormalige Ru Paré school in de Amsterdamse wijk Slotervaart in een huiskamer voor de wijk. Bijzonder aan deze transformatie was hoe de gelegenheidscoalitie de opdracht in de wacht sleepte. Zij pitchten een strategie die naadloos aansloot op de visie van de opdrachtgever. De transformatie won in 2017 de Gulden Feniks in de categorie ‘Low Budget High Impact’.

Voor de transformatie van de voormalige Ru Paré school in de Amsterdamse wijk Slotervaart in een huiskamer en ontmoetingsplek voor de wijk pitchte architect/strateeg Elisabeth Boersma van planB. urban&social strategies niet een ontwerp, maar een strategie. Het achterliggende idee was dat denken vanuit de latente capaciteiten van de wijk en haar bewoners veel beter het idee over de transformatie recht zou doen dan eerst met een ontwerp komen en dan pas gaan nadenken over de invulling van de ruimtes van de school. Het verzoek mee te doen aan de pitch kwam van opdrachtgever Samenwonen-Samenleven (SW-SL) uit Amsterdam. Deze stichting heeft als missie ‘helpers helpen waar geen hulp is.’ SW-SL zet zich in om de samenredzaamheid in kwetsbare wijken te stimuleren. De transformatie van de voormalige Ru Paré school in een huiskamer voor de buurt, past als een handschoen bij het streven naar zelfredzaamheid van een probleemwijk als Slotervaart.

Huiskamer voor de buurt

Geen ruimtelijk voorstel

Alle bureaus die gevraagd werden te pitchen, werden uitgenodigd op de school en kregen een uur de tijd om hun idee over het voetlicht te brengen. ‘We werden in een klaslokaal gezet om zonder maquette, powerpointpresentatie of ander materiaal te bedenken wat ons plan voor het gebouw zou zijn’, zegt Boersma. ‘We presenteerden als enige niet een ruimtelijk voorstel maar een strategie. Dat was riskant omdat men toch vaak een ruimtelijk voorstel van architecten verwacht. Onze strategie bleek achteraf naadloos aan te sluiten bij de visie van wederkerigheid van de opdrachtgever.’ De strategie die de gelegenheidscoalitie van Boersma c.s. ontwikkelden, bestond op de eerste plaats uit een inventarisatie van partijen die een rol spelen in de wijk. Zaken als wie de mogelijke gebruikers van het gebouw zijn en waaraan de wijkbewoners behoefte hebben, werden eerst in kaart gebracht. ‘Om dat helder te krijgen, organiseerden we verschillende workshops rond thema’s als culturele verschillen, ruimtegebruik, maar ook geloof. Zo ontdekten we dat er behoefte bestond aan gebedsruimtes, maar dat kon er maar één zijn omdat we beperkte ruimte hadden. Daar moet je samen met de bewoners uit zien te komen en dat is een interessante puzzel. De opbrengst van al dat vooroverleg is dat er een programma van eisen is ontstaan dat we heel goed in het gebouw konden inpassen waardoor het gebouw echt van de gebruikers dus van de buurtbewoners is geworden.’

Urban mining

De eerste stap in de strategie was dus inventariseren van de behoeftes in de wijk en bekijken of de wijkbewoners een rol konden spelen in het transformatieproces. Stap twee was uitzoeken of er binnen het beperkte budget mogelijkheden bestonden om de kosten van de transformatie te drukken. Het team van Boersma ontdekte dat er vlak achter de school een aantal woonblokken van Eigen Haard stonden die gesloopt zouden worden. Dat bracht het team op het idee van ‘urban  mining’. In samenwerking met een aantal studenten Bouwkunde van de Hogeschool van Amsterdam zijn de nog bruikbare bouwmaterialen in de te slopen panden geïnventariseerd, zoals kozijnen, wcpotten en wasbakken. Dat ging in goede samenwerking met de Rotterdamse aannemer Oranje die gespecialiseerd is in hergebruik van  bouwmaterialen. Via de ‘urban mining’-route kwamen de architecten ook op het pad van gebruikte kassen die in de gymzaal van de school verwerkt zijn als losse werk- en spreekruimtes. Lebo uit Amsterdam was uitvoerend aannemer. Dit bedrijf houdt kantoor in de wijk Slotervaart en wilde jongeren uit de wijk die maar moeilijk aan een baan komen een kans op werk geven. De jongeren zijn tijdens de transformatie door Lebo opgeleid in het aannemersvak en nu blijvend betrokken bij het onderhoud van Ru Paré en ander vastgoed uit de buurt. Ook op dit vlak komt het streven naar wederkerigheid van SW-SL in de aanpak van het projectteam naar voren.

Studenten aan de slag met Ru Paré

Hergebruiken als het ‘nieuwe normaal’

Voor de hele transformatie was iets minder dan 6 ton beschikbaar. Meer dan de helft van dat bedrag ging op aan achterstallig onderhoud, nieuwe dakbedekking, installatiewerk en plaatsing van dubbel glas. Voor een krappe 3 ton is de transformatie uiteindelijk uitgevoerd, wat neerkomt op een kleine 175 euro per vierkante meter. ‘Maar ook als we over een dubbel zo groot budget hadden kunnen beschikken, was onze aanpak identiek geweest’, zegt Boersma. ‘Daar komt bij dat we dit project erg graag wilden doen, dus hebben we niet op een uurtje meer of minder gekeken; dat is onze bijdrage als het om wederkerigheid gaat. Waar het ons uiteindelijk om ging, was het leerproces van de transformatie meenemen naar volgende projecten. Belangrijkste leerpunten voor ons waren onder meer het ‘urban mining’-project. Dat kan je als architect wel willen maar als je vervolgens bereikt dat ook een Hogeschool er in mee wil gaan, dan kan je deze opvattingen én kennis direct breed delen. Wat we hier geleerd hebben, is dat hergebruiken van bouwmateriaal dat al beschikbaar is het ‘nieuwe normaal’ kan worden. Transformatie op zich gaat al over wat er is en als je daar voorhanden bouwmaterialen aan kunt toevoegen, dan is dat enkel maar winst.’

Benieuwd naar Elisabeth Boersma’s visie over circulair bouwen?

Op 6 maart a.s. schuift Elisabeth aan als tafelvoorzitter van de interactieve break-out sessie C ‘Circulair bouwen: dienen én verdienen’. Belangrijkste leerpunten van het project Ru Paré worden gedeeld en Elisabeth gaat graag de dialoog met u aan over dit ‘nieuwe normaal’ van zowel dienen als verdienen. Voor aanmelden of meer informatie: link naar het event.

Bron: ArchitectuurNL